11 juli 2013: Lees hier de toespraak van districtsvoorzitter Luc Bungeneers

Op 11 juli 2013

Op de vooravond van 11 juli, heet ik u allen namens het districtsbestuur van harte welkom ter gelegenheid van de viering van onze Vlaamse feestdag.

Het is misschien eens goed even stil te staan bij de oorsprong: 11 juli 1302 versloeg een volksleger uit het graafschap Vlaanderen in de Kortrijkse modder een Frans ridderleger, dat zich onoverwinnelijk achtte.
De Guldensporenslag werd een historische gebeurtenis van formaat: het bewijs dat mits samenhorigheid en vastberadenheid een kleine, de grote kan verslaan, dat de arme kan baas spelen over de rijke.  Dit feit had toen een enorme impact op de grote leiders in Europa.
 
Toen ging het om een strijd tegen de uitbuiting en om het land te beschermen.
Het blijft meer dan ooit een dag en een  idee om bij stil te staan. Sindsdien is er een lange weg afgelegd naar vrijheid en gelijkheid. In de loop der eeuwen heeft het Vlaamse volk nog moeten blijven strijden en  eigenlijk zijn we nog steeds aan het vechten. Er komen wel geen lansen en zwaarden meer bij te pas en zijn we niet meer – gelukkig maar – dat arme volk van weleer. Wat niet belet dat ons Vlaamse volk nog altijd moet en blijft vechten voor zijn rechten.
Rechten en plichten, ook in onze eigen stad Antwerpen! Want deze Vlaamse feestdag gaat ook over “ Vlaming zijn in A”, m.a.w. hoe je in een moderne metropool je Vlaamse identiteit kan beleven.

Want wie in Antwerpen rondloopt, snapt meteen dat dit niet alleen het verhaal kan zijn  van blanke Vlamingen die in hun eigen kring hun eigen feestdag vieren, laat staan dat we nostalgisch zouden terugkijken naar een monocultureel verleden dat helemaal nooit heeft bestaan.
Zeker niet in een kleine metropool zoals de onze.
Het nieuwe Antwerpse – maar ook ons eigen Merksemse – bestuursakkoord telt vele ambities, ook voortzettingen van goed beleid uit het verleden maar ook duidelijke trendbreuken.
Een voorbeeld van zo’n trendbreuk : wij willen van Antwerpen een echte stadsgemeenschap maken. Een ploeg die volgens dezelfde regels speelt. Een stad die niet wordt opgedeeld in autochtonen en allochtonen, in centrumbewoners en mensen van buiten de ring.
Dat wil zeggen dat we op zoek moeten naar elementen die ons allemaal verbinden, en niet de dingen benadrukken die ons verdelen.
En er is één uitermate belangrijk element dat ons allemaal verbindt met name “ De Nederlandse taal”.

Dames en heren,
Iedereen die in  het bestuur zit van een vereniging, of die er zelfs maar lid van is, weet het. Om een vereniging goed te laten draaien, om activiteiten en evenementen te organiseren, is goede en duidelijke communicatie een absolute noodzaak, zowel binnen de vereniging  als naar de buitenwereld toe.
Binnen onze Vlaamse Gemeenschap is de taal die iedereen spreekt het Nederlands.
De kennis van het Nederlands is een sociale noodzaak in Vlaanderen. Niet omdat het zo in de wet staat. Wel omdat  het een basisvoorwaarde is om te kunnen communiceren met de andere leden van deze gemeenschap.
De nieuwe Antwerpse bestuursploegen, zowel op het stedelijke als op het districtsniveau, ijveren voor een betere kennis van het Nederlands, niet zozeer uit Vlaams-nationalistisch principe, maar vooral omdat het Nederlands mensen kansen geeft om deel uit te maken van onze gemeenschap en ze ook mee op te bouwen.
Onder andere bij voorbeeld wanneer ze op school zitten, wanneer ze werk zoeken, als ze aan het werk zijn, als ze naar een sportclub gaan…

Dames en heren,
Wij zijn als Vlamingen fier op het Nederlands. De taal is één van de fundamenten  van onze identiteit, als Vlaming, als Antwerpenaar en als Merksemnaar.
Uit het onderzoek “Tussen Meir en Mekka” van Gazet van Antwerpen blijkt dat Antwerpse moslimjongeren zich niet echt Vlaming of Belg voelen, maar wel en vooral Antwerpenaar.
Dat is alvast een goed begin, en een logisch resultaat.
Jongeren voelen zich meer verbonden met de gemeenschap waar ze elke dag in functioneren, alleszins méér dan met hogere beleidsniveaus.
En daaruit kunnen we conclusies trekken : als stads- en districtsbestuur kunnen wij met ons beleid bouwen aan burgerschap en ervoor zorgen dat de Antwerpenaren nog trotser worden op hun stad dan ze al zijn.
Als districtsbestuur staan wij het dichtst bij de wijken, het  dichtst bij de Antwerpenaar, het dichtst bij de Vlaming. En dus is het aan ons om de tegenstelling tussen wij en zij, tussen ons en hen, te helpen doorbreken.
Want ’t Stad is van iedereen die zijn of haar best doet om tot ’t stad bij te dragen. En dat doen we niet door ons te schamen voor onze Vlaamse identiteit, maar wel door die identiteit uit te dragen als een wervend politiek en maatschappelijk project.
Zo werken we vanuit het stadhuis en de districtshuizen mee aan een harmonieuze stad en, omdat Antwerpen op vele vlakken de motor van onze regio is, aan een harmonieus en een sociaal Vlaanderen.
Tot slot dank ik, in naam van het districtsbestuur, allen die hun medewerking verlenen aan het podium-, muziek- en animatiegebeuren van vanavond alsmede aan de medewerkers van het district Merksem, het Cultuurcentrum Merksem en het Jongerencentrum Bouckenborgh.
Maar vooraleer het muziek- en animatiegebeuren te starten, nodig ik u allen graag uit om zodadelijk recht te staan en het volkslied van onze Vlaamse Gemeenschap mee te zingen.
Niet zozeer om de oud-strijders van 1302 te herdenken, maar wel om iedereen te huldigen die mee ons district maakt tot wat het is, en niet in het minst de vrijwilligers in alle mogelijke verenigingen.
Dankuwel.

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is